Met langzame pasjes, die het kleine katje bijna lieten zweven, bewoog Birdy voort bij de fontein. Haar ogen waren, zoals gewoonlijk, gericht op de poort voor het poortje van haar fontein. Het was een kleine stap, maar als ze eenmaal weg was zou ze niet meer terug kunnen. Ze had dromen, maar op dit moment konden dat maar beter gewoon dromen blijven, en niet de werkelijkheid. De avontuurlijke kit wilde de wereld zien, ontdekken wat die kleine witte stipjes waren die 's avonds op het donkere doek van de nacht een toneelspel speelden waren. Ze had gehoord dat het "sterren" waren. Ze had zo haar andere gedachten over die stipjes. En dan die fluffige witte dingen. Ze waren op pad. Wat waren het nou? De lucht alleen al had zo zijn miljoenen mysteries. Waar eindigte die enorme blauwe massa? Waarom verlkeurde het wanneer het nacht werd? Ze voelde een verlangen. Diep van binnen. Ze wilde iets, maar wist niet wat. Ze wist dat het haar nooit zou lukken te kunnen ontdekken wat het geheim van de aarde was. Ze wist het. Ze haatte het. Ze moest het weten. Ongelukkig zat ze daar, in het midden van de sombere tuin. In haar borst voelde ze het, die aantrekkingskracht. Het voelde vreselijk. Ze liet haar kop hangen. Soms waren er van die momenten dat ze zeker wist dat ze erachter zou komen. Maar dan werd het allemaal weggeblazen. Elke kat of kitten wilde het weten. Waarom zou zij diegene zijn die het zou ontdekken? Ze zou een saai, doodnormaal leven moeten lijden in het huis. Ze zou normaal oud worden, misschien nog verliefd worden op een of andere kater, zou dag in, dag uit haar saaie smakeloze voedsel moeten eten, terwijl er daar ergens katten zaten die wel degelijk wisten wat er daar aan de hand was. Ze had geen keus. Je kon je leven niet ontvluchten. Je kon je lot niet veranderen. Leven. Je moest leven. Maar hoe kun je van je leven genieten, als je elke dag dezelfde routine had? Opstaan zo rond het eind van de ochtend, eten, rondlopen en maar lopen en slapen, en dan naar buiten en telkens weer die aantrekkingskracht voelen. Dat, wat ze niet kon ontdekken. Dan weer eten, nog even de katten goeienmorgen mauien, en je dag eindigen als een opgerold bolletje in de slaapzaal, met de warmte van een kachel waar haad mandje tegen lag. Geen spannende ontdekkingen, verhalen. Ze zou op een dag sterven, en niemand zou nog aan haar denken. Ze had niks bijzonders gedaan. Dag in dag uit. Maand in maand uit. Jaar in jaar uit. Hetzelfde. Kon ze haar lotsbeschikking maar veranderen.
-ik weet niet of dit de beste post was die ik ooit geschreven had.......-